EN 531:1995 Beschermende kleding voor industriearbeiders die worden blootgesteld aan hitte (uitgezonderd brandweerlui en lassers)De norm EN 531 geeft aan welke eisen er gesteld worden aan kleding die de drager moet beschermen tegen hitte en vlammen (geen brandweerkleding).
Deze norm is inmiddels vervangen door de EN ISO 11612. De EN 531 kan nog wel in kleding gebruikt worden. Nieuw certificeren kan alleen volgens ISO 11612
Wat houdt deze norm in?Deze kleding heeft als symbool het vlammetje met daaronder de norm EN 531 gevolgd door een aantal letters met cijfers. Deze norm kent 5 verschillende testen. De resultaten van deze testen worden uitgedrukt in de letters A, B, C, D en of E. Wat dit precies inhoudt, wordt hieronder uitgelegd.Verschillende testen en coderingen531A (EN 532)Beproevingsmethode voor beperkte vlamverspreiding. Bij deze testmethode wordt een doekstaal gedurende 10 seconden bevlamd. Hierbij moeten de navlamtijd, nagloeitijd en gatvorming binnen de waarden - gesteld in de norm - vallen.531B (EN 367)Beproevingsmethode: bepaling van de warmtegeleiding bij blootstelling aan vlammen. Bij deze testmethode wordt er een doekstaal blootgesteld aan hitte. Het staal wordt boven de vlam gehouden. Doormiddel van een caloriemeter wordt aan de bovenzijde van het doek de temperatuurstijging gemeten. Er wordt gemeten hoelang het doek blootgesteld kan worden aan hitte voordat er een temperatuurstijging van 24°C is ontstaan. Klasse B1: 3 tot 6 secondenKlasse B2: 7 tot 12 secondenKlasse B3: 13 tot 20 secondenKlasse B4: 21 tot 30 secondenKlasse B5: 31 seconden en meer.531C (EN 366)Beproevingsmethode: beoordeling van materialen en materiaalcombinaties bij blootstelling aan warmtestraling. Bij deze testmethode wordt het doek blootgesteld aan hitte straling (doormiddel van infrarood straling). Doormiddel van een caloriemeter wordt aan de andere zijde van het doek de temperatuurstijging gemeten. Er wordt gemeten hoelang het doek aan hitte blootgesteld kan worden voordat er een tweedegraads brandwond ontstaat. Klasse C1: 8 tot 30 secondeKlasse C2: 30 tot 90 secondeKlasse C3: 90 tot 150 secondeKlasse C4: 150 seconde en meer.EN 531D of E (EN 373)Beoordeling van de weerstand van materialen tegen spetters van vloeibaar metaal. Bij deze test wordt er een membraam (wat gelijkenis vertoont met de huid) aan de achterzijde van het doek aangebracht. Vervolgens wordt er een hoeveelheid gesmolten metaal (bij D waarde gesmolten aluminium en E waarde gesmolten ijzer) op het doek aangebracht en wordt bepaald bij welke hoeveelheid het membraam vervormd en er dus een tweede graads brandwond ontstaat.Klasse D1: 100 tot 200 gramKlasse D2: 201 tot 350 gramKlasse D3: 351 gram en meerKlasse E1: 60 tot 120 gramKlasse E2: 121 tot 200 gramKlasse E3: 201 gram en meer.2.3 Welke eisen worden er in de norm gesteld